Verregend, op een miezerigen morgen,
domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
Gezegend met een leven zonder zorgen,
kortweg gekidnapt in de Koningsstraat.
Ontuchtig en besmeurd, met smoezelboorden,
bloemrijk bejubeld aan de Roosmarijn.
Heerszuchtig, met een hang naar harde woorden,
vlotweg verslagen op het Vrijheidsplein.
Mismoedig aan een heilssoldaat wat schenkend,
bonus bemachtigd in de binnenstad.
Warmbloedig met zijn wandelstokken wenkend,
platweg verpletterd op het Pieterpad.
© Bliklog – Met uitzondering natuurlijk van de eerste regels, die geschreven zijn door J.C. Bloem.