In Emotional Design schrijft Don Norman: “Surface appearance and behavioral utility play relatively minor roles. Instead, what matters is the history of interaction, the associations that people have with the objects, and the memories they evoke.” Daarom vandaag: “Cent mille milliards de poèmes”.
Ooit speelde ik met “De betoverde dieren”: een boek waarin alle bladzijden doormidden waren geknipt, zodat je telkens nieuwe dieren kon maken. Een krofazant bijvoorbeeld, een walger of een peligaai. Later volgde het besef dat de tekst op de achterkant precies goed stond om zo’n herindeling te overleven. Zie de charme van het advertentiespel en van de adviesmatrix van Charles den Tex.
Raymond Queneau heeft met een bundel van tien sonnetten iets dergelijks gedaan. Door tienmaal dezelfde rijmklanken te gebruiken, zijn de verzen (regels) uit deze sonnetten onderling uitwisselbaar. En omdat een sonnet veertien verzen telt, zijn er zoveel combinaties mogelijk dat Queneau er de titel “Cent mille milliards de poèmes” aan gaf (1961). Martin de Haan heeft mooi geanalyseerd hoe dit OuLiPo-resultaat zich tot de werkelijkheid verhoudt. Verschillen in zinsbouw tussen de beginverzen leiden er namelijk al toe dat niet alle tweede verzen overal passen. En wat betekent het verwisselen van de 140 strookjes voor de thematiek van de bundel? Wat is die thematiek eigenlijk? De Haan constateert: “eerst bleken de losse verzen niet goed combineerbaar, nu blijken de tien basisgedichten als reeks geen coherent geheel te vormen.”
Wat niet wegneemt, dat het aantrekkelijk speelgoed blijft. “Oulipian constraints are better understood as toys with no intended purpose than as tools we use with some objective in mind”, aldus Mark Wolff in Digital Humanities Quarterly. Kijk bijvoorbeeld eens op de site van Beverley Charles Rowe naar de sonnetgenerator, die ook een Engelse vertaling biedt. Om nog te zwijgen van het genot van het bladeren, al is het slechts door foto’s zoals hierboven rechts.